WIRDUM – KERK VAN WIRDUM
De kerk van Wirdum herbergt naast grafzerken uit de 13e tot 19e eeuw ook een aantal muurschilderingen. Rond de kerk zijn Romeinse resten gevonden. Ondanks de vergrote romaanse vensters in de zuid en oostwand is de romaanse bouwwijze nog duidelijk te herkennen. In de noordmuur, en dat is vrij bijzonder, is een ‘knielnis‘ te vinden. In de nis zit een hagioscoop. Binnen vinden we enkele muurschilderingen, onder andere een tronende Christus en (waarschijnlijk)een St. Barbara. Vermoedelijk gemaakt omstreeks 1400.
Geschiedenis
De dertiende eeuwse kerk van Wirdum vertegenwoordigt de vroege fase van het laatromaans. Dit is het best bewaard gebleven aan de noordzijde van de kerk, waar zich twaalf spaarnissen met ronde boog bevinden, over de gehele breedte van de wand daarboven één groot spaarveld met drie rondboogramen en afgesloten met een rondboogfries. Op de muur bevinden zich verder twee vensters en de sporen van een oorspronkelijke ingang (in het midden) en een latere, dichtgezette ingang (meer naar het westen, dwars ingebroken door een liseen).
In tegenstelling tot de zuidmuur, waar een deel van de spaarnissen is verdwenen, zijn er in de oostmuur nog vijfspaarnissen over. Een oude rondboogfries dient als afsluiting, terwijl de rest van het fries door een soort ‘tandlijst’ is vervangen. In de meest linkse spaarnis is het restant van een ingang te zien met rechts een rondboograampje. Ter weerszijden van dit raam zitten de resten van een grote spitsboog uit de 15e eeuw. De ramen in de oostwand doorbreken het patroon van drie van de vijf lagere spaarvelden met ronde bogen, doordat ze later naar boven en beneden zijn vergroot. Waarschijnlijk heeft de oostwand een geveltop gehad. In de westmuur zien we muurresten van de in 1878 gesloopte toren, die bouwvallig was geworden. Het torentje uit dat jaar werd in 1959 bij de restauratie vervangen door het huidige exemplaar.
Wellicht heeft men de kerk willen overwelven: de muraalboog in de zuidwand en de zware boog aan de westzijde wijzen hierop. Sinds de restauratie wordt het plafond gedekt door een blauwe balkenzoldering op kleurige sleutelstukken. De koorvloer is bij de restauratie verhoogd: onder een luik in de noordoosthoek is het oude niveau nog zichtbaar. Bij de restauratie is de inrichting ingrijpend veranderd. Het interieur herbergt naast een sacramentsnis, een piscina en een Van Oeckelenorgel uit 1879 nog een aantal bijzonderheden, waaronder muurschilderingen en grafzerken. Rond het middelste koorvenster zijn er interessante muurschilderingen te zien, stammend uit 1400. We zien afbeeldingen van heiligen (onder andere waarschijnlijk St. Barbara) en rond de boog een tronende Christus, omringd door de symbolen van de vier evangelisten (tetramorf). In het koor liggen zerken uit de 16e tot 19e eeuw; tegen de zuidgevel staat een zerk uit de 13e eeuw, waarschijnlijk bestemd voor een geestelijke.