OUDERKERK AAN DE AMSTEL – AMSTELKERK
De oude kerk van Ouderkerk aan de Kerkstraat 11 (1191 JB) draagt thans de naam Amstelkerk en werd op 13 augustus 1775 in gebruik genomen als Hervormd kerkgebouw ten behoeve van de Hervormde gemeente, welke deel uitmaakte van de Nederlandse Hervormde Kerk. Onze kerk heeft een mooi Flaes orgel en we proberen een organist te regelen als de kerk open is.
Rond 1966 begon er een samenwerking tussen de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk (Hogereinde Zuid) van Ouderkerk aan de Amstel aan een ook landelijk gevoerd Samen-op-wegproces. Regelmatig werden er gezamenlijke diensten gehouden. Sinds 1 januari 1998 waren alle kerkdiensten al gezamenlijk, maar deze werden toen nog om beurten in het Hervormd kerkgebouw en het Gereformeerde kerkgebouw gehouden. Met ingang van Pinksteren 2000 gingen zij definitief samen onder één dak in het tot dan toe genoemde Hervormd kerkgebouw. Om die reden heeft men het kerkgebouw -die in dat jaar dus 225 jaar bestond- aanvankelijk de naam “Nieuwe Kerk”gegeven. Dit naar aanleiding van het feit dat in 1775 ook over “de nieuwe kerk” werd gesproken en de beide kerken eigenlijk met Pinksteren 2000 aan een “nieuwe kerk” zijn begonnen. Omdat de naam Nieuwe kerk toch niet kon aarden werd enige jaren later de naam van de kerk gewijzigd in Amstelkerk.
De plaats waarop het huidige kerkgebouw staat, is een oeroud, eerbiedwaardig en een veelbewogen gedeelte van het dorp Ouderkerk. Deze ruim 1000 jaar oude plaats maakt (samen met buurtschap Waver en Duivendrecht) deel uit van de Gemeente Ouder-Amstel, toen nog Aemstelle geheten. De betekenis van ‘aam’ is water en die van ‘stelle’ is bouwwerk. Op deze plaats stond toen een kleine vroeg-Romaanse kapel. Die kapel werd gewijd aan paus Urbanus I, vereerd als schutspatroon van de wijnbouw en de adel. Volgens bepaalde bronnen bevond het kasteel van Gijsbrecht van Aemstel zich naast deze kerk, op het grondgebied wat sinds de 1614 in gebruik is als de begraafplaats Beth Haim van de Portugees Israëlitische Joden uit Amsterdam. In de 13e eeuw kreeg het huidige Amstelveen -voorheen Nieuwer-Amstel- een eigen kerk, waardoor Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel ontstond. Vanuit deze en andere plaatsen ontstond Amsterdam. Deze ontwikkeling zien we terug in de gemeentewapens van Ouder-Amstel (zie boven in de psalmborden), Nieuwer-Amstel, Amsterdam (zie achter in de kerk) en Waverveen (thans gemeente Ronde Venen), met respectievelijk vijf, vier, drie en twee zilveren kruizen op het verder nagenoeg aan elkaar gelijke wapenschild. Van het oudste kerkgebouw is geen afbeelding bewaard gebleven. Van de twee kerken daarna wel.
De huidige kerk was een voor die tijd modern gebouw in de vorm van een Grieks kruis met korte armen, het nog enig bestaande ontwerp van Jac. de Witte (zie elders onder: architect). De kerkzaal is een T-vorm met de preekstoel in het midden van de dwarsbalk van de T, zodat deze van alle kanten zichtbaar is. In de bovenste arm van het kruis, de oostkant, bevindt zich de consistoriekamer en daarboven het orgel. Van binnenuit zijn er drie armen, zijbeuken, zichtbaar. De bouw is uitgevoerd door A. Westerhuis en J. Smit voor het bedrag van 43.000 gulden dat is 19.518 euro. De thans gebruikelijke hoofdingang is de oostzijde van de kerk. Aan de buitenzijde zijn -bovenaan- de elementen uit de ark afgebeeld: de schaal met manna, de twee stenen tafelen met de tien geboden en de bloeiende staf van Aäron(broer van Mozes) zoals in de Bijbel is beschreven. De daartegenover gestelde ingang, aan de westzijde, was de oorspronkelijke hoofdingang van de oude kerk. Bij de bouw van deze nieuwe kerk werd dus de wens vervuld om zowel aan de dorpskant een ingang te hebben als aan de Amstelkant, voor de kerkgangers die per boot ter kerke gingen. Het metselwerk is verricht in kruisverband behalve onder de verticale stijlen van de raamkozijnen: dat gaat tot het fundament in staand verband.
De grote kerkklok boven in het torentje is in 1603 gemaakt door Cornelius Ammeroy uit Amsterdam. De kleine klok is in 1640 gemaakt door Assueros Koster uit Amsterdam. Beide klokken zijn dus van de oude kerk opnieuw in 1775 in deze kerk geplaatst. Zij zijn met grote inzet door ouderling-kerkvoogd E. van Schaik tijdens de Duitse bezetting gered van de vordering oftewel sloop. De vloer in de kerk is voor een groot deel ook uit de oude kerk, omdat er van oudsher in die kerk op deze plaats begraven werd. Dat is dan ook te zien aan de overlijdensdata op de grafstenen. Op de steen van de grafkelder, in het hart van de kerk, staat: Cornelis Verwey Gysbertsz en Abilia Gillis, obit 30 mei 1768. De heer Verwey was Schepen en woonde op de plaats waar nu de Rooms-Katholieke St. Urbanuskerk (1867) staat. Bij de westingang ligt de grafsteen van de oud-predikant dezer kerk, Ds.Haek, die tijdens zijn dienstverband overleed. Die van zijn vrouw ligt ernaast.
De eikenhouten bank, achter in de kerk, is van het oorspronkelijke interieur. Is in 1806 gemaakt voor- en in opdracht van de Regering van Ouder-Amstel en de Dijkgraaf en Hoogheemraden van Nieuwer-Amstel. De gemeente Ouder-Amstel maakte toen deel uit van de stad Amsterdam (tot 1813) en daarom siert het wapen van Amsterdam erboven. De kogel (een dikke ronde zwarte stip van 10 cm doorsnede) in westelijke muur en de kogel in een raamkozijn bij de thans gebruikelijke hoofdingang zijn stille getuigen van een hevige strijd. In 1787 trok het Pruisisch leger ons land binnen, teneinde de invloed van de patriotten, met name in Amsterdam, te beperken. Op 18 september kwamen zij in Ouderkerk aan en werden zij in dit kerkgebouw ingekwartierd en -later- beschoten.
Het interieur. Het orgel dateert van 1865 en is gebouwd door Flaes & Brunjes uit Amsterdam voor het bedrag van 6.000 gulden dat is 2750 euro. In 1912 zijn de drie beelden, ontworpen door IJzerdraat, op het orgel geplaatst. In 1909 kreeg de kerk (middels een eigen generator) elektrische verlichting in de vorm van drie koperen kronen, geschonken ter gelegenheid van zijn twaalf-en-een-half-jarig huwelijk door de toenmalige predikant, Ds. Bleeker. In 1963 werd het interieur ingrijpend gemoderniseerd met onder meer de nieuwe kerkbanken. Het toen eveneens geplaatste glazen doopvont is een ontwerp van Van den Broek en gemaakt door de Fa.Tetterode te Amsterdam. De grote tafel en de bijbehorende poot van de lessenaar is gemaakt door meubelmaker G. Cuiper & zoon uit Ouderkerk. De koperen lessenaar zelf is afkomstig van het oude kerkinterieur.
De grote kandelaar voor de paaskaars is ontworpen en deels gemaakt door meubelmaker J. Cuiper uit Ouderkerk. Het door gemeenteleden met de hand gemaakte kleed -voor in de kerk- markeert de plaats als gebedsruimte. In het ontwerp liggen drie vlakken: linksonder het water, symboliek voor de Amstel, de Jordaan, de Rode Zee, het oerwater en doopwater tezamen. De regenboog omsluit dat als verbondsteken. Rechts daarvan, het derde vlak, symbolisch voor de ark van Noach, het schip op de levenszee of de huwelijksboot, dat vaart onder de beschutting van het licht van Gods goedheid, de zon. In 2009 werd de gedenkplek voor de overleden gemeenteleden aan de muur van de oostzijde binnen de kerk in gebruik genomen. Het is een ontwerp van Lisette Schoenmaker. Zij stelde zich op het standpunt: “Gedenken hoef je niet alleen thuis te doen, in de stilte. Het is juist iets wat je samen met anderen kan doen”. De inscriptie -in het kwetsbare handschrift van de mens- is een tekst uit het Bijbelboek Romeinen, hoofdstuk 14, waar onder meer staat: ‘Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf’. De glasplaat symboliseert tegelijk het (on)zichtbare. De aarden kruisjes -met daarop de naam van het overleden gemeentelid- worden gemaakt door atelier Steengoed uit Aalsmeer. Het gebouw en omgeving valt sinds 15 december 1970 onder Rijksmonumentenzorg. Ter gelegenheid van het 225-jarig bestaan van de kerk -in 2000- heeft de heer P. van Schaik een boekje geschreven, genaamd “Oude kerk aan de Amstel”. In dit boekje wordt de geschiedenis van het kerkgebouw en de kerkelijke gemeente beschreven.